Verhit de olie in een grote koekenpan op matig vuur. Voeg ui, knoflook en courgette toe en bestrooi met zout en peper. Bak ongeveer 5 minuten tot de ui zacht is. Voeg de tomatensaus toe.
Zet het vuur lager, dek de pan af en laat 10 minuten sudderen tot de courgette zacht is. Voeg tempé en bladgroenten toe en laat met het deksel op de pan sudderen tot de groenten gaar zijn, maar nog steeds helder van kleur, 3-5 minuten voor boerenkool en 1-2 minuten voor zachtere groenten zoals spinazie of rucola.
Bestrooi eventueel met nog wat zout en peper. Serveer op deze manier voor fase 1, met volkorengranen voor fase 2, en volkorenpasta voor fase 3.
Variaties
Houd dit gerecht extra krokant door de tempé bij elke portie als garnering toe te voegen (90 tot 120gr) in plaats van met de saus te mengen.
Voeg extra groenten naar keuze toe, zoals champignons, aubergine, paprika, broccoli, geroosterde knoflook en artisjokharten, of verse kruiden.
Vervang de tempé door 500gr lams- of rundergehakt of 500gr kippendijen, zonder vel en bot. Smoor het vlees gaar met de groenten en voeg 1/2 theelepel extra zout toe, of naar smaak, afhankelijk van het zoutgehalte van de tomatensaus.
Bron: Altijd trek p.255 Dit gerecht gegeten met: