Naam:	Indische nasi 4 porties
Type:		Ingredienten:
Dieet?		400 g rijst, gekookt, afgekoeld 2 eieren zonnebloemolie 300 g speklapjes 3 uien 4 tenen knoflook 1 (of 2) rode peper (lombok) 1 blokje trassi (te koop in de supermarkt) 250 g witte of spitskool, fijngesneden 100 g wortel, in dunne plakjes 2 dunne preien zout, peper zoete ketjap 1 bosje selderij, fijngesneden
Kenmerkende ingredient(en)	nasi
Soort:	Hoofdgerecht
Voorbereiding:	min.
Bereiding:	min.

Kook de rijst in gezouten water, giet af en laat helemaal afkoelen. Kluts de twee eieren met zout en peper en bak er in wat olie een omeletje van. Laat het afkoelen.

Snijd de speklapjes in kleine dobbelsteentjes, bestrooi met zout en peper en bak ze, in een wok, op een hoog vuur bruin en krokant. Neem de spekjes uit de pan. Giet een deel van het bakvet af. Snipper ui, knoflook en lombok en bak die, op een rustig vuurtje, in het bakvet tot ze zacht zijn. Hak of stamp de trassi (garnalenpasta) fijn. Ja, de geur van zweetgympen hoort erbij. Zet het vuur hoog, doe de trassi bij de uien en bak, al omscheppend, goed door. Geen gympgeur meer te bespeuren!

Doe de kool en de wortel erbij en bak weer een paar minuutjes. Het vlees mag weer terug in de pan en nu kan, hand voor hand, de rijst erbij. Bak het rustig, het is de bedoeling dat het een beetje knapperig wordt. Snijd in die tijd de prei in ringen. Als alle rijst is gebakken, mag de prei erbij en de in reepjes gesneden omelet. Roer erdoor, proef op zout en peper. Giet er een scheutje zoete ketjap op en strooi de selderij erover.

Dit gerecht gegeten met:

Gemaakt: 03/14/2015
Laatste wijziging: 03/14/2015